Renterisico's
De wettelijke kaders ten aanzien van renterisico's voor lang en kort geld zijn begrensd tot de normen van respectievelijk de renterisiconorm en de kasgeldlimiet van de Wet fido.
Voor de bepaling van het renterisico op de vaste schuld wordt gebruik gemaakt van de renterisiconorm. De renterisiconorm is een bedrag ter grootte van een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage van het begrotingstotaal. Het renterisico kan worden berekend door te bepalen welk deel van de langlopende leningen in enig jaar moet worden geherfinancierd.
Dit percentage is voor 2025 begroot op 20% van het begrotingstotaal. Voor de provincie Groningen bedraagt de renterisiconorm voor 2025 € 130,1 miljoen (20% van € 650,4 miljoen). Aangezien de provincie geen leningen heeft opgenomen, wordt verwacht dat deze limiet in de jaren 2025 tot en met 2028 niet zal worden overschreden.
Voor de bepaling van de liquiditeitspositie wordt gebruik gemaakt van de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is een bedrag ter grootte van een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage van het begrotingstotaal. Het saldo van de netto vlottende schuld mag deze limiet niet structureel overschrijden. Een vlottende schuld ontstaat als de kortlopende schulden hoger zijn dan de kortlopende activa, waardoor een liquiditeitstekort zal ontstaan. Dit percentage is voor 2025 vooralsnog geraamd op 7,0% van het begrotingstotaal. Voor de provincie Groningen bedraagt de kasgeldlimiet voor 2025 € 45,5 miljoen (7,0% van € € 650,4 miljoen). Verwacht wordt dat deze limiet in 2025 niet zal worden overschreden.
Drempelbedrag
Het drempelbedrag is een minimumbedrag dat gemiddeld buiten de schatkist mag worden gehouden.
De drempel is gelijk aan 2,0% van het begrotingstotaal indien het begrotingstotaal lager is dan € 500 miljoen. Indien het begrotingstotaal hoger is dan € 500 miljoen is de drempel gelijk aan € 10 miljoen plus 0,2% van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat. Voor de provincie Groningen bedraagt het drempelbedrag voor 2025 € 10,3 miljoen (€ 10 miljoen plus 0,2% van € 150,4 miljoen). Verwacht wordt dat het drempelbedrag in 2025 niet wordt overschreden.
Informatievoorziening voor derden (Iv3)
Als gevolg van het schatkistbankieren dient de provincie bij de Iv3 aan Centraal Bureau voor de Statistiek in te vullen welke bedragen bij het Rijk en medeoverheden geplaatst zijn. Deze informatie is van belang voor het bepalen van de overheidsschuld. Per 1 januari 2025 heeft de provincie naar verwachting € 367,6 miljoen bij de Staat en € 287,7 miljoen bij circa 24 medeoverheden uitstaan.