Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Uit onderstaande tabel blijkt dat ten opzichte van de Jaarstukken 2023 de risico's revolverende fondsen niet zijn gewijzigd en dat de beschikbare weerstandscapaciteit met € 0,32 miljoen is toegenomen.

Tabel 3. Risico's revolverende fondsen versus beschikbare weerstandscapaciteit

(x € 1 miljoen)

Realisatie 2023

Begroting 2025

Mutatie

1. Kwantificering risico's

16,22

16,22

0,00

2. Beschikbare weerstandscapaciteit

15,90

16,22

0,32

3. Verschil (2 minus 1)

-0,32

0,00

0,32

1.  Kwantificering risico's
De risico's revolverende fondsen (minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen) kunnen worden becijferd op € 16,22 miljoen. Ten opzichte van de Jaarstukken 2023 zijn de risico's gelijk gebleven.

2.  Beschikbare weerstandscapaciteit
De incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit binnen de Algemene reserve bedraagt momenteel € 16,22 miljoen. Ten opzichte van de Jaarstukken 2023 is dit met € 0,32 miljoen toegenomen.
Bij de Jaarstukken 2023 hebben uw Staten besloten € 1,2 miljoen toe te voegen aan de beschikbare weerstandscapaciteit revolverende fondsen, als gevolg van het ophogen van de lening aan Fonds Nieuwe Doen in 2023. De verwerking van dit besluit wordt nu zichtbaar in de beschikbare weerstandscapaciteit.  
Door een dividenduitkering van het Investeringsfonds Groningen (IFG) in 2023 van € 4,4 miljoen, is bij de Jaarstukken 2023 het risico met betrekking tot het maximale trekkingsrecht verlaagd met 20% van € 4,4 miljoen, zijnde € 0,88 miljoen. Met eenzelfde bedrag is nu ook de beschikbare weerstandscapaciteit verlaagd.

3.  Verschil
De beschikbare weerstandscapaciteit komt overeen met de kwantificering van de risico's.

Later in deze paragraaf worden de individuele risico's gedetailleerd beschreven. Zie hiervoor 1.6 Inventarisatie risico's Categorie I.

Deze pagina is gebouwd op 10/09/2024 16:32:33 met de export van 10/09/2024 16:26:16