In november 2022 hebben uw Staten het Programma Mobiliteit Provincie Groningen vastgesteld. Het programma Mobiliteit stelt de kaders voor het mobiliteitsbeleid voor de komende tien tot vijftien jaar. Onderhoud en beheer aan de provinciale infrastructuur is hier een integraal onderdeel van.
Eén van de zes beleidsdoelen is Infrastructuur. Onderdeel daarvan is de 'Programmatische aanpak wegen' en de 'Programmatische aanpak vaarwegen' waarin het beheer- en onderhoud van de infrastructurele kapitaalgoederen in is beschreven. Met het aflopen van het huidige Uitvoeringsprogramma Beheer en Onderhoud 2021-2024 is een nieuw programma nodig voor de komende vier jaren. Het opstellen van een Nota Infrastructurele Kapitaalgoederen om een dergelijk programma uit te kunnen voeren, past goed binnen onze professionaliseringsslag in het kader van assetmanagement. Voor het uit kunnen voeren van het onderhoud- en beheer wordt het kader van beeldkwaliteitsniveaus geïntroduceerd. De beeldkwaliteitsniveaus zijn een nadere invulling van het beleidsdoel Infrastructuur (zoals in het Programma Mobiliteit opgenomen) en vormen daarmee een afkadering van beheer en onderhoud. Na vaststelling van de beeldkwaliteitsniveaus kan vanaf 2025 in dit verband gaan werken met een Nota Infrastructurele Kapitaalgoederen.
Wij toetsen de staat van de infrastructuur aan de doelstellingen en kaders zoals omschreven in het Programma Mobiliteit en we werken toe naar de Nota Infrastructurele Kapitaalgoederen waarin dit nader is uitgewerkt.
Wij toetsen de staat van de infrastructuur aan de doelstellingen en kaders zoals omschreven in het Programma Mobiliteit en nader is uitgewerkt in de Nota Infrastructurele Kapitaalgoederen. Daardoor wordt het mogelijk de optimale balans te houden tussen waarde, prestaties, risico’s en kosten bij de instandhouding van de provinciale infrastructuur. Dit kan er bijvoorbeeld toe leiden dat in sommige gevallen met het uitvoeren van levensduur verlengende (onderhouds)maatregelen vervanging nog enige tijd verantwoord kan worden uitgesteld, terwijl andere onderdelen van de infrastructuur grootschaliger moeten worden aangepakt. Het spreekt voor zich dat data- en informatiebeheer hierbij steeds belangrijker worden. Ook de jarenlange praktijkervaring van de provincie kan hierbij niet ontbreken.
De manier waarop onderhoud aan de provinciale infrastructuur wordt gepland is een dynamische en op de praktijk gebaseerde werkwijze. Hierbij kijken wij naar de totale levensduur van de infrastructuur en hanteren we aanvaarde risico's als uitgangspunt voor benodigd onderhoud. Geldende normen voor de instandhouding van infrastructuur worden door ons in acht genomen. Zo moet bijvoorbeeld gedacht worden aan de algemeen geldende CROW-richtlijnen voor wegen en NEN-normen voor bruggen.
Wij hanteren een onderhoudsachterstand van 7 tot 9%, dit wordt algemeen acceptabel geacht en zorgt voor voldoende werkvoorraad. Een lager percentage onderhoudsachterstand aanhouden zal zorgen voor het onnodig uitvoeren van onderhoud waardoor er sprake is van kapitaalvernietiging. Later uitvoeren van onderhoud zal leiden tot relatief hogere kosten voor onderhoud.
Dit alles bij elkaar genomen betekent dat wij niet alleen rekening houden met de theoretische technische levensduur maar ook kijken naar de daadwerkelijke staat van de infrastructuur en het risico als gevolg van verval. Dit maakt dat er op een zo efficiënt mogelijke wijze omgegaan wordt met de beschikbare middelen. Inherent aan deze werkwijze is dat de voorgenomen onderhoudsplanning van de uitvoering van beheer- en onderhoud gaandeweg zou kunnen wijzigen. De programmering is erop gericht om de infrastructuur op een acceptabel niveau te krijgen en te houden voor de duur van het programma.